trouwens

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  trouwens    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈtrɑuwəns/
Woordafbreking
  • trou·wens
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘bijwoord van modaliteit: overigens’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1541 [1]

Bijwoord

trouwens

  1. overigens, in werkelijkheid, in waarheid, in zekerheid
    • Hij is trouwens de leider van het team geworden. 
     Mijn kinderen staan trouwens absoluut niet te trappelen om zelf ook lange wandelingen te gaan maken.[2]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord trouwens staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.