tweedeurs

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tweedeurs    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • twee·deurs
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen tweedeurs
verbogen

Bijvoeglijk naamwoord

tweedeurs [1]

  1. met twee deuren of portieren

Gangbaarheid

  • Het woord tweedeurs staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.