tweedeverblijver

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tweedeverblijver    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • twee·de·ver·blij·ver
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tweedeverblijver tweedeverblijvers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

detweedeverblijverm

  1. iemand die ergens een tweede verblijf heeft, zoals een vakantiehuis aan de kust
    • De tweedeverblijver verbleef de zomermaanden in het huis aan het strand. 

Gangbaarheid

  • Het woord tweedeverblijver staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.