tweekleurig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tweekleurig    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈtweklørəx/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • twee·kleu·rig
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen tweekleurig
verbogen tweekleurige
partitief tweekleurigs

Bijvoeglijk naamwoord

tweekleurig

  1. met zowel een of meer vlakken in één kleur als een of meer vlakken in nog één andere kleur
     De na het starten opverende draaiknop voor de automaat, het tweekleurige leer in rood en zwart, de ronde klokken met een spat analoge nostalgie voeden de onderscheidingsdrang van de bestuurder.[3]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord tweekleurig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.