typisch

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  typisch    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈtipis/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ty·pisch
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘kenmerkend’ voor het eerst aangetroffen in 1833 [1]
  • Afgeleid van type met het achtervoegsel -isch
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen typischtypischer
verbogen typischetypischere
partitief typischtypischers-

Bijvoeglijk naamwoord

typisch

  1. vreemd, eigenaardig
    • Hij gedraagt zich de laatste tijd heel typisch. 
  2. kenmerkend.
    • Dat is nou een typisch geval van onoplettendheid. 
     Want some breakfast?’ glimlachte ze op die typisch Amerikaanse manier alsof er niks aan de hand was.[2]
     Rond 4 uur ’s nachts kwam ik Barbie en So it Goes weer tegen en samen vonden we een geschikte slaapplek onder de typische woestijnboom, de Joshua Tree.[2]
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord typisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.