uitnemend

Nederlands

Uitspraak

(klemtoonhomogram)

  • Geluid:  uitnémend    (hulp, bestand)
    • IPA: /œytˈnemənt/ (3 lettergrepen)
  • Geluid:  úítnemend    (hulp, bestand)
    • IPA: /ˈœytnemənt/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • uit·ne·mend
Woordherkomst en -opbouw
  •  uitnemen ww  met de uitgang -d [1]
  • bn: van Middelnederlands utenemende, in de betekenis van ‘uitmuntend’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1287 [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen uitnemenduitnemenderuitnemendst
verbogen uitnemendeuitnemendereuitnemendste
partitief uitnemendsuitnemenders-

Bijvoeglijk naamwoord

uitnémend

  1. van uitzonderlijk hoge kwaliteit
    • Dit was werkelijk een uitnemende vertolking van dit prachtige stuk. 

Werkwoord

vervoeging van: uitnemen
verbogen vorm: uitnemende

úítnemend

  1. onvoltooid deelwoord van úítnemen

Gangbaarheid

  • Het woord uitnemend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
87 %van de Nederlanders;
79 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.