uitnodigend

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  uitnodigend    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • uit·no·di·gend

Werkwoord

vervoeging van: uitnodigen
verbogen vorm: uitnodigende

uitnodigend

  1. onvoltooid deelwoord van uitnodigen
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen uitnodigenduitnodigenderuitnodigendst
verbogen uitnodigendeuitnodigendereuitnodigendste
partitief uitnodigendsuitnodigenders-

Bijvoeglijk naamwoord

uitnodigend

  1. prettig en comfortabel en daardoor verleidelijk om te gebruiken
    • Een hal in het oude, aan de buitenkant mooi gerenoveerde gebouw, is weer een uitnodigende wachtruimte geworden op station Hardenberg. [1] 
    • Ook de onopvallende container achter het museum is deel van deze expositie. Met twee of drie personen maximaal mag de bezoeker dit ‘polderkunstwerk’ van Job Koelewijn beleven. Zijn installatie met de uitnodigende titel ‘Jump!’ (2005) bestaat uit groen drassig grasland, “gekregen van een boer uit de omgeving van Zwolle” en een gemoedelijk slootje. [2] 
    • Andy draagt de pop 24 uur per dag bij zich, maar de ogenschijnlijk lieve knuffel gaat zich al snel vreemd gedragen en nodigt zijn omgeving uit met de uitnodigende tekst Wanna play? (wil je spelen). [3] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord uitnodigend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.