aanlokkelijk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanlokkelijk    (hulp, bestand)
  • IPA: /anˈlɔkələk/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·lok·ke·lijk
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van aanlokken met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e-
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen aanlokkelijkaanlokkelijkeraanlokkelijkst
verbogen aanlokkelijkeaanlokkelijkereaanlokkelijkste
partitief aanlokkelijksaanlokkelijkers-

Bijvoeglijk naamwoord

aanlokkelijk

  1. verleidelijk ogend
    • Het programma oogt aanlokkelijk. 
     Om thuis aan zijn vrouw te vertellen dat hun bron van inkomsten was opgedroogd, leek eveneens een weinig aanlokkelijk vooruitzicht.[1]
     Hij verzette zijn gedachten en fantaseerde over het groen van Nottingham, dat een stuk aanlokkelijker was dan het uitzicht waar hij bijna de hele dag mee werd geconfronteerd.[1]
     Al sinds Socrates is een van de grondbeginselen van de wijsbegeerte dat mensen uitzonderlijk slecht in staat zijn onderscheid te maken tussen wat ze nodig hebben en wat ze zich wensen, tussen wat een voorwaarde is voor hun welzijn en wat alleen maar aanlokkelijk lijkt, maar hen in werkelijkheid zou kunnen schaden of benadelen.[2]
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord aanlokkelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.