uitputtend

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  uitputtend    (hulp, bestand)
  • IPA: /œytˈpʏtənt/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • uit·put·tend
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: uitputten
verbogen vorm: uitputtende

uitputtend

  1. onvoltooid deelwoord van uitputten
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen uitputtenduitputtenderuitputtendst
verbogen uitputtendeuitputtendereuitputtendste
partitief uitputtendsuitputtenders-

Bijvoeglijk naamwoord

uitputtend

  1. van een onderzoek: alles zodanig compleet en nauwkeurig onderzoeken dat er niet nog meer onderzocht kan worden
    • Het hof vindt dat er nog niet volledig uitputtend onderzoek is gedaan naar het scenario dat Groenendijk en zijn advocaat Sébas Diekstra ter zitting schetsten. Dit moet binnen drie maanden alsnog gebeuren. [3] 
    • Daarnaast gaat de Belastingdienst vanaf volgende week harder optreden tegen kwaadwillende opdrachtgevers. Een nieuw handhavingsplan zorgt ervoor dat belastinginspecteurs minder uitputtend bewijs nodig hebben om overtreders te kunnen beboeten. ,,De Belastingdienst moet zijn tanden laten zien”, aldus Snel. [4] 
  2. uiterst vermoeiend
    • Voor de familie is de maandenlange ontvoering slopend en uitputtend, zegt Svein Holden, de advocaat van Hagen, in een reactie. ,,De ontvoering was een wrede, onmenselijke daad.’’ [5] 
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord uitputtend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[6]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.