uitvergroot

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  uitvergroot    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • uit·ver·groot
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
uitvergroten

uitvergroot

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvergroten
    • ... dat ik uitvergroot. 
  2. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvergroten
    • ... dat jij uitvergroot. 
  3. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvergroten
    • ... dat hij uitvergroot. 
  4. voltooid deelwoord van uitvergroten

Gangbaarheid

  • Het woord uitvergroot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.