vaar aan

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vaar aan    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • vaar aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanvaren

vaar aan

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanvaren
    • Ik vaar aan. 
  2. gebiedende wijs van aanvaren
    • Vaar aan! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanvaren
    • Vaar je aan? 

Gangbaarheid

  • Het woord vaar aan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.