vaarwelgezegd

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vaarwelgezegd    (hulp, bestand)
  • IPA: /varˈwɛlɣəˌzɛxt/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • vaar·wel·ge·zegd
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: vaarwelzeggen…
verbogen vorm: vaarwelgezegde

vaarwelgezegd

  1. voltooid deelwoord van vaarwelzeggen
     Maar toch, daar kreeg zij een ingeving: als zij ging, dan moest het niet zijn, zonder voor 't minst aan Galjart vaarwelgezegd te hebben.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'vaarwelgezegd' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Klaasje Zevenster.” (1866), M. Nyhoff / A.W. Sythoff / D.A. Thieme, Den Haag / Leiden / Arnhem, p. 333
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.