vastklemmen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vastklemmen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • vast·klem·men
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
vastklemmen
klemde vast
vastgeklemd
zwak -d volledig

Werkwoord

vastklemmen [1]

  1. overgankelijk met klemmen vastzetten
  2. wederkerend zich ~: zich krampachtig vasthouden
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord vastklemmen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.