vastnemen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vastnemen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈvɑstnemə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • vast·ne·men
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
vastnemen
nam vast
vastgenomen
klasse 4 volledig

Werkwoord

vastnemen

  1. overgankelijk stevig grijpen
  2. overgankelijk vastpakken en niet meer laten gaan
  3. overgankelijk (verouderd) met iemand een grap uithalen door hem iets te laten geloven dat niet waar is

Gangbaarheid

  • Het woord vastnemen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.