veckodag

Zweeds

Zelfstandig naamwoord

veckodag g

  1. weekdag
Verbuiging
veckodags enkelvoud meervoud
  onbepaald bepaald onbepaald bepaald
  nominatief     veckodag     veckodagen     veckodagar     veckodagarna  
  genitief     veckodags     veckodagens     veckodagars     veckodagarnas  
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.