veckodag
Zweeds
Zelfstandig naamwoord
veckodag g
Verbuiging
veckodags | enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | veckodag | veckodagen | veckodagar | veckodagarna |
genitief | veckodags | veckodagens | veckodagars | veckodagarnas |
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.