verbouw

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  verbouw    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ver·bouw

Werkwoord

vervoeging van
verbouwen

verbouw

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verbouwen
    • Ik verbouw. 
  2. gebiedende wijs van verbouwen
    • Verbouw! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verbouwen
    • Verbouw je? 

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord verbouw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.