verbreed

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  verbreed    (hulp, bestand)
  • IPA: /vərˈbret/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ver·breed
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van verbreden: de stam zonder -d omdat de stam al op -d eindigt en zonder ge- vanwege voorvoegsel

Werkwoord

vervoeging van
verbreden

verbreed

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verbreden
    • Ik verbreed. 
  2. gebiedende wijs van verbreden
    • Verbreed! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verbreden
    • Verbreed je? 
vervoeging van: verbreden…
verbogen vorm: verbrede

verbreed

  1. voltooid deelwoord van verbreden
  2. vormt de voltooide tijden
    • Ze zouden dat allang verbreed moeten hebben. 
  3. vormt de lijdende vorm
    • Het strand is aanzienlijk verbreed. 
  4. attributief gebruikt
    • Het verbrede strand. 
  5. bijwoordelijk gebruikt
    • Verbreed zag het er veel imposanter uit. 
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord verbreed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.