vergemakkelijken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vergemakkelijken    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ver·ge·mak·ke·lij·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
vergemakkelijken
vergemakkelijkte
vergemakkelijkt
zwak -t volledig

Werkwoord

vergemakkelijken

  1. overgankelijk iets eenvoudiger of makkelijker maken
    • Het internet vergemakkelijkte de verspreiding van informatie. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord vergemakkelijken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.