vergoelijkend

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vergoelijkend    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ver·goe·lij·kend

Werkwoord

vervoeging van: vergoelijken
verbogen vorm: vergoelijkende

vergoelijkend

  1. onvoltooid deelwoord van vergoelijken
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen vergoelijkendvergoelijkendervergoelijkendst
verbogen vergoelijkendevergoelijkenderevergoelijkendste
partitief vergoelijkendsvergoelijkenders-

Bijvoeglijk naamwoord

vergoelijkend

  1. geneigd om dingen goed te praten
    • Toch klinken er naast woede en spot ook vergoelijkende woorden. Niet richting Hollande, maar richting kapper Olivier. De verdiensten zijn hem gegund, vinden sommigen. Als Alain Juppé tot president wordt verkozen, is de kans groot dat hij zijn lucratieve betrekking verliest. De 72-jarige presidentskandidaat heeft geen haar op zijn hoofd. [1] 
    • De Duitse bondskanselier Angela Merkel noemde hem 'de belangrijkste religieuze denker' van onze tijd. De verhouding tussen de protestantse Merkel en het hoofd van de Rooms-Katholieke Kerk was niet altijd makkelijk. Zo uitte ze in 2009 kritiek op het besluit van de paus om de excommunicatie van vier bisschoppen van het aartsconservatieve Priesterbroederschap Sint Pius X in te trekken. Een van hen, Richard Williamson, is berucht om zijn vergoelijkende uitspraken over de Holocaust. [2] 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord vergoelijkend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.