verkleden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  verkleden    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ver·kle·den
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
verkleden
verkleedde
verkleed
zwak -d volledig

Werkwoord

verkleden

  1. wederkerend zich ~ andere kleren aandoen
  2. zich vermommen door andere kleren aan te trekken
     Soms ook gehuld in een schapevacht, een ruige muts op het hoofd en een ketting in de hand. Of verkleed als duivels... 'Zijn hier ook stoute kinderen? ??[1]
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord verkleden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. “Het hele jaar rond: van Sinterklaas tot Sintemaarten” (1973), Lemniscaat , p. 14
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.