verloederen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  verloederen    (hulp, bestand)
  • IPA: /vərˈludərə(n)/
Woordafbreking
  • ver·loe·de·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van loeder met het voorvoegsel ver- en met het achtervoegsel -en
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
verloederen
verloederde
verloederd
zwak -d volledig

Werkwoord

verloederen

  1. ergatief te gronde gaan
    • Die stad was helemaal verloederd. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord verloederen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.