verwachten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  verwachten    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ver·wach·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
verwachten
verwachtte
verwacht
zwak -t volledig

Werkwoord

verwachten

  1. inergatief ergens van uitgaan, iets als vooronderstelling aannemen
    • Hij verwachtte dat er een taxi voor hem klaar zou staan. 
     Maar die paarden kunnen veel meer dan je zou verwachten.[1]
     Er was niemand te bekennen en ik was de hele dag niemand tegengekomen, dus ik verwachtte ook geen andere mensen.[1]
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord verwachten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. 1 2
    Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.