vilja

Fins

Zelfstandig naamwoord

vilja

  1. graan


Zweeds

Uitspraak
  • Geluid:  vilja    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • vil·ja

Zelfstandig naamwoord

vilja g

  1. wil
Verbuiging
viljas enkelvoud meervoud
  onbepaald bepaald onbepaald bepaald
  nominatief     vilja     viljan     viljor     viljorna  
  genitief     viljas     viljans     viljors     viljornas  
stamtijd
infinitief verleden
tijd
supinum
vilja
ville
velat
volledig

Werkwoord

vilja

  1. willen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.