visit

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  visit    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈvɪzɪt/
enkelvoud meervoud
visit visits

Zelfstandig naamwoord

visit

  1. bezoek
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.