visueel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  visueel    (hulp, bestand)
  • IPA: /vizyʋel/
Woordafbreking
  • vi·su·eel
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘m.b.t. het gezicht’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
  • van het Franse visuel of het Latijnse vīsum ("gezien"), het supinum van videō ("zien") met het achtervoegsel -eel [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen visueelvisuelervisueelst
verbogen visuelevisuelerevisueelste
partitief visueelsvisuelers-

Bijvoeglijk naamwoord

visueel

  1. betreffende het zicht, betreffende het zienbare
    • Door het gebruik van vormen, kleuren en bewegingen kan men muziek visueel voorstellen. 
     Als art director in de reclame was ik altijd al visueel ingesteld, degene die verhalen vertelt op een beeldende manier, door middel van illustraties, fotografie of film.[3]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord visueel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.