vliegtuigen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vliegtuigen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • vlieg·tui·gen

Zelfstandig naamwoord

devliegtuigenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord vliegtuig
     Als Duitsland toen had aangevallen met pantservoertuigen en vliegtuigen was het de grootste slachting uit de geschiedenis geworden.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord vliegtuigen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628142
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.