vogelde uit

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vogelde uit    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • vo·gel·de uit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
uitvogelen

vogelde uit

  1. enkelvoud verleden tijd van uitvogelen
    • Ik vogelde uit. 
    • Jij vogelde uit. 
    • Hij, zij, het vogelde uit. 

Gangbaarheid

  • Het woord vogelde uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.