voortellen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  voortellen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • voor·tel·len
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

voortellen [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
voortellen
telde voor
voorgeteld
zwak -d volledig
  1. voor de ogen van de ontvanger tellend overhandigen

Gangbaarheid

  • Het woord voortellen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.