vredes

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vredes    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈvredəs/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • vre·des
Woordherkomst en -opbouw
  •  vrede zn  met de uitgang -s

Zelfstandig naamwoord

devredesmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord vrede
     In 1648 werd deze periode afgesloten met een aantal onderlinge vredes die samen te boek staan als de Vrede van Westfalen.[1]

vredes

  1. genitief mannelijk  van vrede
     Dit is geen pleidooi voor een principieel pacifisme en hier spreekt niet de geest van het „gebroken geweertje”, door „Trouw” telkens weer opgeroepen als ergens een woord des vredes klinkt.[2]
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'vredes' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Roelof van Gelder
    “Een blauwdruk voor Europa; De Vrede van Munster als eerste volwassen Europees overleg” (14 november 1998) op nrc.nl
  2. Weblink bron
    H.M. van Randwijk
    “Omdat ik Nederlander ben” (23 juli 1999; origineel 26 juli 1947) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.