vriendeloos
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vriendeloos (hulp, bestand)
- IPA: /ˈvrindəlos/
Woordafbreking
- vrien·de·loos
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | vriendeloos | vriendelozer | vriendeloost |
verbogen | vriendeloze | vriendelozere | vriendelooste |
partitief | vriendeloos | vriendelozers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
vriendeloos
- zonder iemand waarmee wederkerig goed contact en vertrouwen bestaat
- Zij zouden wel eens met elkaar hebben willen praten, maar hun trots weerhield hen, en zwijgend, vriendeloos ging elk zijn eigen weg, met het armhuis of het hospitaal in het verschiet. [1]
Schrijfwijzen
- vriendenloos (verouderd)
Synoniemen
Opmerkingen
Gangbaarheid
- Het woord 'vriendeloos' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Gissing, G."Een arme gentleman" in: Bataviaasch Nieuwsblad jrg. 22 nr. 110 (15 april 1907); p. 10 kol. 2; geraadpleegd 2016-04-12
- ↑ Zorgenloos / zorgeloos op website: taaladvies.net; geraadpleegd 2016-04-09
- ↑ Geerts, G."Waarom (niet) n'loos?" in: Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse taal- en letterkunde. jrg. 116 nr. 3 (2006) Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde, Gent; p. 362 e.v.; geraadpleegd 2016-04-09
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.