vrijers

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vrijers    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • vrij·ers

Bijvoeglijk naamwoord

vrijers

  1. partitief van de vergrotende trap van vrij
    • Dat is iets vrijers... 

Zelfstandig naamwoord

de vrijers mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord vrijer

Gangbaarheid

  • Het woord vrijers staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.