vroed

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vroed    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • vroed
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘wijs’ voor het eerst aangetroffen in 1210 [1] [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen vroedvroedervroedst
verbogen vroedevroederevroedste
partitief vroedsvroeders-

Bijvoeglijk naamwoord

vroed [3]

  1. verstandig, wijs
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord vroed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
67 %van de Nederlanders;
61 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.