vroegoud

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vroegoud    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • vroeg·oud
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen vroegoudvroegoudervroegoudst
verbogen vroegoudevroegouderevroegoudste
partitief vroegoudsvroegouders-

Bijvoeglijk naamwoord

vroegoud [1]

  1. van een jong persoon dat deze er al oud uitziet; er ouder uitzien dan past bij de leeftijd
     De vroegoude student Toon, wiens ‘bolronde hoofd [opdook] uit een geweldige hoeveelheid spierwit haar, dat even weelderig onder zijn kin als boven op zijn hoofd groeide’, heeft niet veel op met romanschrijvers.[2]
     Iedere club verdient zijn legenden, mannen wier namen in verweerd marmer gebeiteld staan en wier portretten vroegoude jongens tonen.[3]

Gangbaarheid

  • Het woord vroegoud staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
61 %van de Nederlanders;
47 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron “Niemand die voor elkaar kiest” (11/09/2009), HP de Tijd
  3. Weblink bron “Het einde van een mythe” (28/03/2012), HP de Tijd
  4. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.