waardeloos

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  waardeloos    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈwardəˌlos/ (3 lettergrepen); /ˈʋardəˌlos/
Woordafbreking
  • waar·de·loos
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen waardelooswaardelozerwaardeloost
verbogen waardelozewaardelozerewaardelooste
partitief waardelooswaardelozers-

Bijvoeglijk naamwoord

waardeloos

  1. geen waarde hebbend
    • Deze oude biljetten zijn nu waardeloos geworden. 
  2. bijzonder slecht, verwerpelijk
    • Wat een waardeloze vertoning was dat, zeg! 
     En als het hout dan opnieuw bevroor barstten de samenvoegingen en werd de paal waardeloos.[1]
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord waardeloos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628142
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.