wachtte af

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  wachtte af    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈwɑxtə ɑf/ (3 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˌʋɑχtəˈɑf/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˌʋɑxtəˈɑf/
Woordafbreking
  • wacht·te af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
afwachten

wachtte af

  1. enkelvoud verleden tijd van afwachten
    • Ik wachtte af. 
    • Jij wachtte af. 
    • Hij, zij, het wachtte af. 

Gangbaarheid

  • Het woord wachtte af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.