waggelend

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  waggelend    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • wag·ge·lend

Werkwoord

vervoeging van: waggelen
verbogen vorm: waggelende

waggelend

  1. onvoltooid deelwoord van waggelen
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen waggelendwaggelenderwaggelendst
verbogen waggelendewaggelenderewaggelendste
partitief waggelendswaggelenders-

Bijvoeglijk naamwoord

waggelend

  1. op een onzekere, wiebelende manier lopend
    • Onder het toeziend oog van tsjilpende vogels, kakelende kippen en waggelende hangbuikzwijnen kreeg een apetrotse beheerder Koos Wachtmeester van de Kinderboerderij Noord donderdagmorgen het keurmerk 'Goed voor elkaar'. [1] 
    • Uit de reacties bleek dat de vermiste zich vermoedelijk in de omgeving van Aalten ophoudt. Hij is 1,84 lang, heeft een stevig postuur en een breed gelaat, kort donker haar en donkere ogen. Hij heeft volgens de politie een waggelende loop. Toen hij van huis vetrok, droeg hij een blauwe spijkerbroek en een korte blauwe jas. [2] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord waggelend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.