wantrouwde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  wantrouwde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • wan·trouw·de

Werkwoord

vervoeging van
wantrouwen

wantrouwde

  1. enkelvoud verleden tijd van wantrouwen
    • Ik wantrouwde. 
    • Jij wantrouwde. 
    • Hij, zij, het wantrouwde. 
     Ik wantrouwde alles om mij heen.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord wantrouwde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.