wasgeel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  wasgeel    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈwɑsxel/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • was·geel
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen wasgeelwasgelerwasgeelst
verbogen wasgelewasgelerewasgeelste
partitief wasgeelswasgelers-

Bijvoeglijk naamwoord

wasgeel

  1. (kleur) geel als ongezuiverde bijenwas
    • De zieke zag wasgeel. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'wasgeel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
44 %van de Nederlanders;
42 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.