weekt uit

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  weekt uit    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈwekt ˈœyt/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • weekt uit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
uitweken

weekt (…) uit

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitweken
    • Jij weekt uit. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitweken
    • Hij weekt uit. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitweken
    • Weekt uit! 

Gangbaarheid

  • Het woord weekt uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.