weerloos

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  weerloos    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • weer·loos
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van weer (stam van het werkwoord weren) met het achtervoegsel -loos
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen weerloosweerlozerweerloost
verbogen weerlozeweerlozereweerlooste
partitief weerloosweerlozers-

Bijvoeglijk naamwoord

weerloos [1] [2]

  1. niet in staat zich te verweren
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord weerloos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.