wegval

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  wegval    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈwɛxfɑl/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • weg·val

Werkwoord

vervoeging van
wegvallen

wegval

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegvallen
    • ... dat ik wegval. 
enkelvoud meervoud
naamwoord wegval -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dewegvalm

  1. het feit dat iets opeens niet meer tegenwoordig is
    • Dit woord is met dit voorvoegsel gevormd met wegval van de laatste klinker. 

Gangbaarheid

  • Het woord wegval staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.