welletjes

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  welletjes    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • wel·le·tjes
Woordherkomst en -opbouw

Van het bijwoord wel

Bijvoeglijk naamwoord

  1. genoeg
    • Nu is het welletjes. 
     De twee jongemannen uit Westerhaar waren op zaterdag 23 november bij een vriend in Vroomshoop geweest. Toen ze het welletjes vonden en naar huis fietsten, hoorden ze gespartel in het water. „We wisten toen nog niet wat het was, het kon ook een dier zijn”, zegt Thomas.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord welletjes staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Ron Hemmink
    “René (19) en Thomas (18) uit Westerhaar redden man uit kanaal: ‘Vrij normaal dat je iemand helpt’” (08-06-2020), Tubantia
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.