werkend
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: werkend (hulp, bestand)
- IPA: /ʋɛrkənt/
Woordafbreking
- wer·kend
Werkwoord
vervoeging van: | werken |
verbogen vorm: | werkende |
werkend
- onvoltooid deelwoord van werken
Vertalingen
stellend | |
---|---|
onverbogen | werkend |
verbogen | werkende |
partitief | werkends |
Bijvoeglijk naamwoord
werkend
- bezig met werken
Hyponiemen
- dubbelwerkend, hardwerkend, meewerkend, snelwerkend, zelfwerkend
Gangbaarheid
- Het woord werkend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "werkend" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.