werkend

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  werkend    (hulp, bestand)
  • IPA: /ʋɛrkənt/
Woordafbreking
  • wer·kend

Werkwoord

vervoeging van: werken
verbogen vorm: werkende

werkend

  1. onvoltooid deelwoord van werken
Vertalingen
stellend
onverbogen werkend
verbogen werkende
partitief werkends

Bijvoeglijk naamwoord

werkend

  1. bezig met werken
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord werkend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.