wijdden uit

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  wijdden uit    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈwɛidə(n) ˈœyt/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • wijd·den uit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
uitwijden

wijdden (…) uit

  1. meervoud verleden tijd van uitwijden
    • Wij wijdden uit. 
    • Jullie wijdden uit. 
    • Zij wijdden uit. 

Gangbaarheid

  • Het woord wijdden uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.