wisselde uit
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: wisselde uit (hulp, bestand)
Woordafbreking
- wis·sel·de uit
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitwisselen |
wisselde uit
- enkelvoud verleden tijd van uitwisselen
- Ik wisselde uit.
- Jij wisselde uit.
- Hij, zij, het wisselde uit.
- Ik wisselde uit.
Gangbaarheid
- Het woord wisselde uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.