wisten

Niet te verwarren met: whisten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  wisten    (hulp, bestand)
  • IPA: /ʋɪstə(n)/
Woordafbreking
  • wis·ten

Werkwoord

vervoeging van
weten

wisten

  1. meervoud verleden tijd van weten
    • Wij wisten. 
    • Jullie wisten. 
    • Zij wisten. 
     Alle anderen bij de bouw wisten tenslotte dat hij Noors was — hoezeer hij zich ook had verzweedst, zoals ze deze mengtaal hadden genoemd onder de spoorwegarbeiders op de Hardangervidda, zodra hij zijn mond opende wist je meteen dat hij Noors was.[1]

Werkwoord

vervoeging van
wissen

wisten

  1. meervoud verleden tijd van wissen
    • Wij wisten. 
    • Jullie wisten. 
    • Zij wisten. 

Gangbaarheid

  • Het woord wisten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628142
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.