witgoedwarenhuis
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: witgoedwarenhuis (hulp, bestand)
Woordafbreking
- wit·goed·wa·ren·huis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | witgoedwarenhuis | witgoedwarenhuizen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het witgoedwarenhuis o
- een warenhuis dat zich richt op het verkopen van witgoed
Verwante begrippen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.