wood

Engels

Uitspraak
  • /wʊd/
  •  Audio (AU)    (hulp, bestand)
enkelvoud meervoud
wood woods

Zelfstandig naamwoord

wood

  1. hout
    «Wood generally floats on water.»
    Hout drijft gewoonlijk op het water.
  2. houtsoort
    «Oak is a durable wood
    Eiken is een duurzame houtsoort.
  3. bos
    «She was going to meet the others in a wood outside village.»
    Ze zou de anderen in een bos buiten het dorp gaan ontmoeten.
Gelijkklinkende woorden
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.