woonpark

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  woonpark    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • woon·park
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van de werkwoordstam van wonen en park
enkelvoud meervoud
naamwoord woonpark woonparken
verkleinwoord woonparkje woonparkjes

Zelfstandig naamwoord

hetwoonparko

  1. een groene wijk met woningen
    • In het woonpark is veel ruimte gelaten voor bomen en struiken. 

Gangbaarheid

  • Het woord woonpark staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.