woont af

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  woont af    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • woont af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
afwonen

woont (...) af

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afwonen
    • Jij woont af. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afwonen
    • Hij woont af. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van afwonen
    • Woont af! 

Gangbaarheid

  • Het woord woont af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.